In de afgelopen maanden bezig is de inspectie van de NVWA druk bezig om de invoering van het rVDM in de praktijk te monitoren. NVWA ziet samen met RVO toe op de naleving van het mestbeleid van de overheid. Bij inspecties zijn de inspecteurs uiteraard alert op mogelijke fraude. Bij de invoering van rVDM staat ondersteunend handhaven voorop. Alle reden om met een inspecteur terug te kijken op de eerste maanden
Hoe kijkt de NVWA tegen de invoering van rVDM aan: wat zie je als inspecteur nu in de dagelijkse praktijk?
‘Om kort te gaan: het rVDM is een mooi systeem!’ Eigenlijk lijkt het best op het oude systeem, op het VDM, zoals het vroeger was. En tegelijkertijd zie je: in de beginfase was het voor alles en iedereen even wennen. Ik denk dat het echt gemakkelijker geworden is.
De invoering is, samen met de sector, eigenlijk best heel goed gegaan. En goed gedaan. Er is veel tijd ingestoken!
Nu we het over de sector en de gebruikers hebben: hoe gaat het met de invoering? Gaat het goed?
Alhoewel dat uiteraard niet voor iedereen geldt, is het grootste deel van de gebruikers er wel blij mee: ‘Het scheelt tijd. Administratief is gemakkelijker geworden: je hoeft al die papieren niet meer te bewaren.’ Dat komt ook omdat de meeste vervoerders zich echt goed hebben voorbereid. En natuurlijk, vertelt de inspecteur: ‘Je hoort ook wel: het is een drama.’ Maar dat is toch echt een minderheid. Maar: ‘Het is niet meer dan het digitaliseren van een bestaand systeem. Angst daarvoor is eigenlijk niet nodig. Wat je vroeger met je typmachine deed, doe je nu met je computer.’
Wat merk je dan nu in de praktijk? Waar lopen gebruikers tegenaan?
Zowel wij, als NVWA als de sector moeten natuurlijk nog even wennen. Soms heb je als gebruiker op een verkeerd knopje gedrukt. En dan gaat het even mis. Het is nog een kwestie van wennen. Dat laat ook een praktijkvoorbeeld zien: een van de inspecteurs sprak onlangs een vervoerder, die een boer-boertransport niet aangemeld kreeg: ‘Ik krijg mijn transport niet in het systeem ingevoerd!’ Na enig doorvragen bleek, dat ‘boer-boer’ in zijn BMS onder de categorie ‘maatwerk’ en ‘uitzonderingen’ viel. En dat hij pas daarna, als hij die stappen had doorlopen ‘boer-boer’ kon selecteren. Een duidelijk voorbeeld van ‘nog even wennen’.
NVWA noemt dat ‘ondersteunend handhaven’: niet gelijk een boete uitdelen, maar met elkaar bekijken wat er écht aan de hand is: ‘Je bouwt daardoor een andere band op met vervoerders.’ Om precies te zijn: administratieve vragen moeten – natuurlijk- bij RVO binnenkomen, vragen over de handhaving beantwoorden wij als NVWA. Met ons Klantcontactcentrum is afgesproken dat we bellers -waar nodig- netjes doorverwijzen naar RVO. En natuurlijk hebben we onderling overleg als er iets niet duidelijk is. Maar wat leuk is: Vervoerders die vragen hebben over handhaving nemen nu ook zelf contact op met ons, als ze daarmee zitten. En dan helpen we.’
Hoe hebben jullie je zelf eigenlijk voorbereid?
‘We zijn natuurlijk al een tijd aan de slag. Dankzij het meekijken tijdens het schaduwdraaien en de pilot (lente/zomer 2022) hebben we natuurlijk al veel ervaring opgedaan,’ ook als inspecteurs, stelt de inspectie vast. Nu de wet per 1 januari 2023 is ingevoerd, zitten we nu dicht op de praktijk. In het team hebben we iedere week een stand up: waarbij we goed kijken wat er nog verbeterd kan worden.
Hoe kijken jullie naar de toekomst?
We kunnen een volgende stap zetten met onze handhaving. We merken dat we ons omdat het over digitalisering van een systeem gaat, toch andere vragen stellen: hebben we te maken met onkunde of onwil? Dat is soms best lastig vast te stellen. Soms staat een transport er bijvoorbeeld twee keer in: in de webschermen en in het BMS. En dan gaat het natuurlijk mis. Ook zien we soms dat het BMS-systeem nog niet altijd goed aangesloten is op alle maatwerk: soms staat er gewoon een foutief advies in het systeem. Kortom: alle kinderziektes zijn er nog niet uit. Maar we komen er wel!